John Deere 329E & 333E Compact Track Loaders Officiële operatorhandleiding
John Deere 329E & 333E Compact Track Loaders Officiële operatorhandleiding
De beste PDF-handleidingen online omvat: bladwijzers + doorzoekbare tekst + index = snel navigatie en beste organisatie!
Modellen en serie:
PIN: 1T0329E_ _ _E236704
PIN: 1T0333E_ _ _E236690
INHOUD :
Veiligheidsveiligheid en operator gemakken
Veiligheid en operator gemakseigenschappen ..... 1-1-1
Veiligheid-algemene voorzorgsmaatregelen
Herken veiligheidsinformatie ........................... 1-2-1
Volg veiligheidsinstructies .................................. 1-2-1
Werk alleen als gekwalificeerd ................................... 1-2-1
Draag beschermingsmiddelen ............................... 1-2-2
Vermijd ongeautoriseerde machine-modificaties ....... 1-2-2
Inspecteer de machine ................................................ 1-2-2
Blijf op de hoogte van bewegende delen ................................ 1-2-2
Vermijd hogedrukvloeistoffen ............................... 1-2-3
Vermijd hogedrukoliën .................................. 1-2-3
Werk in geventileerd gebied ..................................... 1-2-4
Voorkom vuren ................................................ ..... 1-2-4
Voorkom batterijexplosies ............................... 1-2-5
Handvat chemische producten veilig ..................... 1-2-5
Gooi afval goed af ................................ 1-2-5
Bereid je voor op noodsituaties ................................... 1-2-6
Schoon puin van machine ............................... 1-2-6
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
Gebruik stappen en houdholds correct ................. 1-3-1
Begin alleen vanuit de stoel van de operator ....................... 1-3-1
Gebruik en onderhoud de veiligheidsgordel ............................... 1-3-1
Voorkomen van onbedoelde machinebeweging .......... 1-3-2
Vermijd werkplaatsgevaren ................................... 1-3-3
Houd Riders uit de machine .................................. 1-3-3
Vermijd backover-ongevallen ................................... 1-3-4
Vermijd machinetip over .................................... 1-3-4
Werken op hellingen ......................................... 1-3-4
Werken of reizen op openbare wegen ........... 1-3-5
Inspecteer en onderhoud ROPS .............................. 1-3-5
Toevoegen en bedienen bijlagen veilig ............... 1-3-5
Veiligheidsonderhoud voorzorgsmaatregelen
Parkeren en voorbereiden op service veilig ................. 1-4-1
Service koelsysteem veilig ......................... 1-4-1
Verwijder de verf vóór het lassen of verwarmen ......... 1-4-2
Maak lasreparaties veilig ........................... 1-4-2
Rijd metalen pins veilig ..................................... 1-4-2
Handvak de taxi veilig .................................... 1-4-3
Schoon uitlaatfilter veilig ............................... 1-4-4
Veiligheidsveiligheid tekens
Veiligheidsborden ................................................ ...... 1-5-1
Operation-operator's station
Machinecontrole ................................................ 2-1-1
Bedieningspaneel-toets Start .................................. 2-1-2
Bedieningspaneel-Keyless Start ............................ 2-1-4
Verzegelde schakelmodule (SSM) ............................ 2-1-6
Meters en indicatoren ...................................... 2-1-8
Vergrendelende stoelbar ......................................... 2-1-9
CAB-deur - indien uitgerust ................................... 2-1-10
Zijruiten-indien uitgerust ............................ 2-1-16
Bovenste raam ................................................ ..... 2-1-18
Achterruit (secundaire uitgang) ....................... 2-1-18
Brandblusser Locatie ............................... 2-1-18
12-volt stopcontact ........................................ 2-1-19
Ruitenwisser en wasmachine ........................ 2-1-19
Verwarming / ontdooiende bedieningselementen - indien uitgeruste ....... 2-1-19
Airconditioningselementen - indien uitgerust ........... 2-1-20
Stoelaanpassing .............................................. 2- 1-20
Dome Light ................................................ ...... 2-1-22
Radio-indien uitgerust ......................................... 2-1-23
Hoornknop - indien uitgerust ................................ 2-1-24
Beacon-indien uitgerust ....................................... 2-1-24
Bediening - het bedienen van de machine
Voordat u het werk start ......................................... 2-2-1
Dagelijkse machinecontrole van de operator
Voordat u begint .............................................. 2- 2-1
Compact Track Loader invoeren en verlaten ..... 2-2-2
Starten van de motor ............................................ 2-2 -3
Koud weer Beginnend ....................................... 2-2-5
Motorblokverwarming - indien uitgerust .................... 2-2-6
Motorsnelheidsregeling ....................................... 2-2-7
De motor stoppen .......................................... 2-2-8
Uitlaatfilter ................................................ ..... 2-2-9
Boomslot ................................................ ....... 2-2-11
Boom Release ................................................ .2-2-11
Besturing-EH Controls .................................... 2-2-12
Bediening Boom-eh-bedieningselementen ....................... 2-2-13
Bediening Bucket-EH-besturingselementen ...................... 2-2-16
Joystick Performance Package-If
Uitgerust ................................................. ... 2-2-19
Transmissie Reactiesnelheid (reizen
en stuur) -Als uitgerust .............................. 2-2-19
Schakelbare bedieningselementen - indien uitgerust ................... 2-2-20
Hydraulische responsnelheid (giek en
Emmer) -Art uitgerust .................................. 2-2-20
Creep-modus - indien uitgerust ............................... 2-2-21
Bevestigingsmontagesysteem-quik-
TELLK ™ ................................................ ........ 2-2-22
Auto-idle ............................................... ........... 2-2-24
Verbinden en loskoppelen
Hulphydraulica ..................................... 2-2-25
Hydraulica van de hulpmiddelen ........................ 2-2-26
Hydraulische systeemdruk
RELEASE-EH Controls ................................ 2-2-27
Zelfnivellerende hydrauliek - indien uitgerust ............ 2-2-28
Rijbeheersing - indien uitgerust ............................... 2-2-28
Hydrauliek met hoge stroom - indien uitgerust ................. 2-2-29
Twee snelheidswerking - indien uitgerust ................ 2-2-29
Machine laden op een trailer ......................... 2-2-30
Bediening-monitor bediening
Engagement en Monitor Unit (EMU) ............... 2-3-1
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -Normale display ................................ 2-3-2
Engagement en Monitor Unit (EMU)
Geef berichten weer ......................................... 2-3-3
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -Min-menu ...................................... 2-3-4
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) - Meneer menu-hulp
Hydraulische override ........................................ 2-3-5
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -Men menu-Creep Limit ................ 2-3-5
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) - Men menu-hoffelijkheidverlichting ....... 2-3-6
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) - Men menu-fan reverse
Interval ................................................. ......... 2-3-6
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -MAIN MENU-CODES ........................ 2-3-7
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -MAIN MENU-MONITOR ....................... 2-3-7
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -Maan Menu-Job Timer ................... 2-3-8
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -Maan Menu-Auto-Stationair .................... 2-3-8
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -MAIN MENU-uitlaatfilter ............. 2-3-9
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) - Men menu-uitlaat
Filter-Auto Cleaning .................................. 2-3-10
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) - Men menu-uitlaat
Filter-geparkeerde reiniging .............................. 2-3-11
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -Anti-diefstal-indien uitgerust ................. 2-3-12
Auto-shutdown met alarm ............................. 2-3-15
Informatie over de werkingsporen
Undercarriage Component Identificatie ........... 2-4-1
Rubberen trackstructuur ..................................... 2-4-1
Gebruik van rubberen track ......................................... 2-4-2
Tandwieltanden slijtage ......................................... 2-4-3
Normale inbraak .............................................. ..2-4-4
Normale trackkleding in vuilomstandigheden ............... 2-4-4
Rubberen track-typen schade ..................... 2-4-5
Onderhoudsmachine
Diesel brandstof................................................ ......... 3-1-1
Smering van dieselbrandstof ...................................... 3-1-1
Handling en opslaan van dieselbrandstof ...................... 3-1-2
Biodiesel Brandstof ................................................ ... 3-1-3
Testen van dieselbrandstof ............................................ 3-1 -4
Het minimaliseren van het effect van koud weer
op dieselmotoren ......................................... 3-1-4
Werken in koude temperatuurklimaten .......... 3-1-5
Alternatieve en synthetische smeermiddelen ................. 3-1-5
Diesel Motor Break-in Oil ................................ 3-1-5
Dieselmotorolie ............................................... 3-1-6
Motorolie- en filterdienstintervallen .............. 3-1-7
Hydraulische en hydrostatische olie ............................ 3-1-8
Dieselmotor Koelmiddel (motor zonder
natte mouw cilindervoeringen) ............................. 3-1-9
Afvoerintervallen voor Diesel-motorkoelmiddel ........ 3-1-10
John Deere Cool-Gard ™ II-koelmiddel
Extender ................................................. ..... 3-1-10
Aanvullende koelvloeistofadditieven ...................... 3-1-11
Werken in warme temperatuurklimaten ...... 3-1-11
Aanvullende informatie over Diesel
Motor koelmiddelen en John Deere
COOL-GARD ™ II Koelmiddel Extender ........... 3-1-12
Testen van dieselmotor koelmiddel ......................... 3-1-13
Hydrostatische Planetaire Gear Case Oil ............... 3-1-14
Vet................................................. ............ 3-1-14
Onderhoud-periodiek onderhoud
Service-machine bij gespecificeerde intervallen .............. 3-2-1
Benzinetank ................................................ ........... 3-2-1
Machine verhogen en blokkeren .......................... 3-2-2
Het station van de operator verhogen ................................. 3-2-3
Opening en sluiten van motorkap .................. 3-2-4
Motor zijpanelen-Verwijderen en installeren ......... 3-2-4
Pootwell Removal .............................................. 3- 2-6
Fluïdumanalyse Program-testkits en
3-weg koelvloeistoftestkit .................................. 3-2-6
Service-intervallen ................................................ 3-2-7
Vereiste onderdelen ................................................ ... 3-2-8
Onderhoud - zoals vereist
Koelpakket controleren en schoonmaken ................... 3-3-1
Controleer koelvloeistof ................................................ ... 3-3-2
Controleer de cabine frisse lucht en recirculatie
Luchtfilters - indien uitgerust ................................. 3-3-3
Controleer de brandstoftankontluchting ................................. 3-3-4
Vervang primaire motor luchtfilter ..................... 3-3-5
Vervang secundaire motor luchtfilter ................. 3-3-6
Controleer en laat het primaire brandstoffilter afvoeren
en waterafscheider ..................................... 3-3-7
Check Accessoire Drive Riem .............................. 3-3-7
Service Uitlaatfilter ........................................ 3-3-8
Onderhoud - elke 10 uur of dagelijks
Controleer motoroliepeil ..................................... 3-4-1
Controleer hydraulisch oliepeil ................................. 3-4-2
Controleer het koelmiddelniveau ......................................... 3-4-3
Smeer giekkoppeling, cilinder
Pivotpunten en Quik-Tatch ™ -oppeling ........ 3-4-4
Onderhoud-initiële service - 50 uur
Verander hydrostatische planetaire versnelling
Case Olie ................................................ ........ 3-5-1
Onderhoud - elke 50 uur
Smeer giekkoppeling, cilinder
Pivotpunten en Quik-Tatch ™ -oppeling ........ 3-6-1
Controleer en schone losladingsklep ............. 3-6-2
Check Track Tension ......................................... 3-6-3
Onderhoud - elke 250 uur
Neem motorolie monster .................................... 3-7-1
Onderhoud - elke 500 uur
Verander motorolie en vervang oliefilter ......... 3-8-1
Vervang het primaire brandstoffilter en water
Separator ................................................. ..... 3-8-2
Vervang het definitieve brandstoffilter .................................... 3-8-3
Vervang hydraulische olie reservoir adempauze ......... 3-8-3
Vervang hydraulische oliefilter ............................... 3-8-4
Neem vloeistofmonsters ........................................... 3-8- 4
Onderhoud - elke 1000 uur
Controleer koelvloeistof ................................................ ... 3-9-1
Vervang brandstoftankontstekers .............................. 3-9-1
Wijzig hydraulische olie ......................................... 3-9-2
Verander hydrostatische planetaire versnelling
Case Olie ................................................ ........ 3-9-3
Onderhoud - elke 1500 uur
Controleer en pas de motorkleplash .............. 3-10-1
Onderhoud - elke 6000 uur
Afvoerkoelsysteem ...................................... 3-11-1
GOED COOLING SYSTEEM ...................................... 3-11-2
Vul het koelsysteem .......................................... 3-11-3
Diverse machine
Bloeding brandstofsysteem ............................................ 4-1 -1
Do not Service Control-kleppen,
Cilinders, pompen of motoren ......................... 4-1-1
Voorzorgsmaatregelen voor dynamo en regelaar .......... 4-1-1
Hanteren van batterijen veilig .................................. 4-1-2
Batterijlader gebruiken ....................................... 4-1-2
Booster Batteries-12-Volt-systeem gebruiken ......... 4-1-3
Batterij verwijderen .............................................. 4- 1-4
Batterij vervangen .............................................. 4- 1-4
Lassen op machine .......................................... 4-1-5
Houd de elektronische besturingseenheid
Connectoren Schoon ......................................... 4-1-5
Verwijder en installeer halogeenlampen ................... 4-1-6
Achteraanwicht toevoegen ............................. 4-1-7
Vervangen van accessoire aandrijfriem ........................ 4-1-8
Vervanging van de zekeringen ................................................ 4-1-9
Vervangen van gloedplugzekering .............................. 4-1-10
Hardware koppelspecificaties ...................... 4-1-10
Unified inch bout en schroefkoppelwaarden ..... 4-1-11
Metrische bout- en schroefkoppelwaarden .............. 4-1-12
Diversen-operationele kassa
Operationele kassa ........................................ 4-2-1
Diversen-Problemen oplossen
Procedure voor probleemoplossing ............................... 4-3-1
Motor ................................................. .............. 4-3-2
Elektrisch systeem ............................................... 4 -3-3
Hydraulisch systeem ............................................... 4 -3-4
Diverse-machine-opslag
Maak machine voor opslag ............................ 4-4-1
Maandelijkse opslagprocedure ............................... 4-4-2
Diverse-machinummers
Record productidentificatienummer (PIN) ..... 4-5-1
Record Motor Serienummer ........................... 4-5-1
Houd Bewijs van eigendom .................................. 4-5-1
Houd machines veilig ..................................... 4-5-1
Diverse-specificaties
329E-machineafmetingen ................................ 4-6-1
329E-machinespecificaties ............................ 4-6-2
333E Machine Afmetingen ................................ 4-6-3
333E-machinespecificaties ............................ 4-6-4
329E-afvoer en navulling capaciteiten ....................... 4-6-4
333E-afvoer en navulling capaciteiten ....................... 4-6-5
Beheerd bedrijfscapaciteit ................................. 4-6-5
Pallet Fork Lift Chart .......................................... 4-6- 5
John Deere 329E & 333E Compact Track Loaders Officiële operatorhandleiding
John Deere 329E & 333E Compact Track Loaders Officiële operatorhandleiding
De beste PDF-handleidingen online omvat: bladwijzers + doorzoekbare tekst + index = snel navigatie en beste organisatie!
Modellen en serie:
PIN: 1T0329E_ _ _E236704
PIN: 1T0333E_ _ _E236690
INHOUD :
Veiligheidsveiligheid en operator gemakken
Veiligheid en operator gemakseigenschappen ..... 1-1-1
Veiligheid-algemene voorzorgsmaatregelen
Herken veiligheidsinformatie ........................... 1-2-1
Volg veiligheidsinstructies .................................. 1-2-1
Werk alleen als gekwalificeerd ................................... 1-2-1
Draag beschermingsmiddelen ............................... 1-2-2
Vermijd ongeautoriseerde machine-modificaties ....... 1-2-2
Inspecteer de machine ................................................ 1-2-2
Blijf op de hoogte van bewegende delen ................................ 1-2-2
Vermijd hogedrukvloeistoffen ............................... 1-2-3
Vermijd hogedrukoliën .................................. 1-2-3
Werk in geventileerd gebied ..................................... 1-2-4
Voorkom vuren ................................................ ..... 1-2-4
Voorkom batterijexplosies ............................... 1-2-5
Handvat chemische producten veilig ..................... 1-2-5
Gooi afval goed af ................................ 1-2-5
Bereid je voor op noodsituaties ................................... 1-2-6
Schoon puin van machine ............................... 1-2-6
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
Gebruik stappen en houdholds correct ................. 1-3-1
Begin alleen vanuit de stoel van de operator ....................... 1-3-1
Gebruik en onderhoud de veiligheidsgordel ............................... 1-3-1
Voorkomen van onbedoelde machinebeweging .......... 1-3-2
Vermijd werkplaatsgevaren ................................... 1-3-3
Houd Riders uit de machine .................................. 1-3-3
Vermijd backover-ongevallen ................................... 1-3-4
Vermijd machinetip over .................................... 1-3-4
Werken op hellingen ......................................... 1-3-4
Werken of reizen op openbare wegen ........... 1-3-5
Inspecteer en onderhoud ROPS .............................. 1-3-5
Toevoegen en bedienen bijlagen veilig ............... 1-3-5
Veiligheidsonderhoud voorzorgsmaatregelen
Parkeren en voorbereiden op service veilig ................. 1-4-1
Service koelsysteem veilig ......................... 1-4-1
Verwijder de verf vóór het lassen of verwarmen ......... 1-4-2
Maak lasreparaties veilig ........................... 1-4-2
Rijd metalen pins veilig ..................................... 1-4-2
Handvak de taxi veilig .................................... 1-4-3
Schoon uitlaatfilter veilig ............................... 1-4-4
Veiligheidsveiligheid tekens
Veiligheidsborden ................................................ ...... 1-5-1
Operation-operator's station
Machinecontrole ................................................ 2-1-1
Bedieningspaneel-toets Start .................................. 2-1-2
Bedieningspaneel-Keyless Start ............................ 2-1-4
Verzegelde schakelmodule (SSM) ............................ 2-1-6
Meters en indicatoren ...................................... 2-1-8
Vergrendelende stoelbar ......................................... 2-1-9
CAB-deur - indien uitgerust ................................... 2-1-10
Zijruiten-indien uitgerust ............................ 2-1-16
Bovenste raam ................................................ ..... 2-1-18
Achterruit (secundaire uitgang) ....................... 2-1-18
Brandblusser Locatie ............................... 2-1-18
12-volt stopcontact ........................................ 2-1-19
Ruitenwisser en wasmachine ........................ 2-1-19
Verwarming / ontdooiende bedieningselementen - indien uitgeruste ....... 2-1-19
Airconditioningselementen - indien uitgerust ........... 2-1-20
Stoelaanpassing .............................................. 2- 1-20
Dome Light ................................................ ...... 2-1-22
Radio-indien uitgerust ......................................... 2-1-23
Hoornknop - indien uitgerust ................................ 2-1-24
Beacon-indien uitgerust ....................................... 2-1-24
Bediening - het bedienen van de machine
Voordat u het werk start ......................................... 2-2-1
Dagelijkse machinecontrole van de operator
Voordat u begint .............................................. 2- 2-1
Compact Track Loader invoeren en verlaten ..... 2-2-2
Starten van de motor ............................................ 2-2 -3
Koud weer Beginnend ....................................... 2-2-5
Motorblokverwarming - indien uitgerust .................... 2-2-6
Motorsnelheidsregeling ....................................... 2-2-7
De motor stoppen .......................................... 2-2-8
Uitlaatfilter ................................................ ..... 2-2-9
Boomslot ................................................ ....... 2-2-11
Boom Release ................................................ .2-2-11
Besturing-EH Controls .................................... 2-2-12
Bediening Boom-eh-bedieningselementen ....................... 2-2-13
Bediening Bucket-EH-besturingselementen ...................... 2-2-16
Joystick Performance Package-If
Uitgerust ................................................. ... 2-2-19
Transmissie Reactiesnelheid (reizen
en stuur) -Als uitgerust .............................. 2-2-19
Schakelbare bedieningselementen - indien uitgerust ................... 2-2-20
Hydraulische responsnelheid (giek en
Emmer) -Art uitgerust .................................. 2-2-20
Creep-modus - indien uitgerust ............................... 2-2-21
Bevestigingsmontagesysteem-quik-
TELLK ™ ................................................ ........ 2-2-22
Auto-idle ............................................... ........... 2-2-24
Verbinden en loskoppelen
Hulphydraulica ..................................... 2-2-25
Hydraulica van de hulpmiddelen ........................ 2-2-26
Hydraulische systeemdruk
RELEASE-EH Controls ................................ 2-2-27
Zelfnivellerende hydrauliek - indien uitgerust ............ 2-2-28
Rijbeheersing - indien uitgerust ............................... 2-2-28
Hydrauliek met hoge stroom - indien uitgerust ................. 2-2-29
Twee snelheidswerking - indien uitgerust ................ 2-2-29
Machine laden op een trailer ......................... 2-2-30
Bediening-monitor bediening
Engagement en Monitor Unit (EMU) ............... 2-3-1
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -Normale display ................................ 2-3-2
Engagement en Monitor Unit (EMU)
Geef berichten weer ......................................... 2-3-3
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -Min-menu ...................................... 2-3-4
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) - Meneer menu-hulp
Hydraulische override ........................................ 2-3-5
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -Men menu-Creep Limit ................ 2-3-5
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) - Men menu-hoffelijkheidverlichting ....... 2-3-6
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) - Men menu-fan reverse
Interval ................................................. ......... 2-3-6
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -MAIN MENU-CODES ........................ 2-3-7
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -MAIN MENU-MONITOR ....................... 2-3-7
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -Maan Menu-Job Timer ................... 2-3-8
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -Maan Menu-Auto-Stationair .................... 2-3-8
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -MAIN MENU-uitlaatfilter ............. 2-3-9
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) - Men menu-uitlaat
Filter-Auto Cleaning .................................. 2-3-10
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) - Men menu-uitlaat
Filter-geparkeerde reiniging .............................. 2-3-11
Betrokkenheid en monitoreenheid
(EMU) -Anti-diefstal-indien uitgerust ................. 2-3-12
Auto-shutdown met alarm ............................. 2-3-15
Informatie over de werkingsporen
Undercarriage Component Identificatie ........... 2-4-1
Rubberen trackstructuur ..................................... 2-4-1
Gebruik van rubberen track ......................................... 2-4-2
Tandwieltanden slijtage ......................................... 2-4-3
Normale inbraak .............................................. ..2-4-4
Normale trackkleding in vuilomstandigheden ............... 2-4-4
Rubberen track-typen schade ..................... 2-4-5
Onderhoudsmachine
Diesel brandstof................................................ ......... 3-1-1
Smering van dieselbrandstof ...................................... 3-1-1
Handling en opslaan van dieselbrandstof ...................... 3-1-2
Biodiesel Brandstof ................................................ ... 3-1-3
Testen van dieselbrandstof ............................................ 3-1 -4
Het minimaliseren van het effect van koud weer
op dieselmotoren ......................................... 3-1-4
Werken in koude temperatuurklimaten .......... 3-1-5
Alternatieve en synthetische smeermiddelen ................. 3-1-5
Diesel Motor Break-in Oil ................................ 3-1-5
Dieselmotorolie ............................................... 3-1-6
Motorolie- en filterdienstintervallen .............. 3-1-7
Hydraulische en hydrostatische olie ............................ 3-1-8
Dieselmotor Koelmiddel (motor zonder
natte mouw cilindervoeringen) ............................. 3-1-9
Afvoerintervallen voor Diesel-motorkoelmiddel ........ 3-1-10
John Deere Cool-Gard ™ II-koelmiddel
Extender ................................................. ..... 3-1-10
Aanvullende koelvloeistofadditieven ...................... 3-1-11
Werken in warme temperatuurklimaten ...... 3-1-11
Aanvullende informatie over Diesel
Motor koelmiddelen en John Deere
COOL-GARD ™ II Koelmiddel Extender ........... 3-1-12
Testen van dieselmotor koelmiddel ......................... 3-1-13
Hydrostatische Planetaire Gear Case Oil ............... 3-1-14
Vet................................................. ............ 3-1-14
Onderhoud-periodiek onderhoud
Service-machine bij gespecificeerde intervallen .............. 3-2-1
Benzinetank ................................................ ........... 3-2-1
Machine verhogen en blokkeren .......................... 3-2-2
Het station van de operator verhogen ................................. 3-2-3
Opening en sluiten van motorkap .................. 3-2-4
Motor zijpanelen-Verwijderen en installeren ......... 3-2-4
Pootwell Removal .............................................. 3- 2-6
Fluïdumanalyse Program-testkits en
3-weg koelvloeistoftestkit .................................. 3-2-6
Service-intervallen ................................................ 3-2-7
Vereiste onderdelen ................................................ ... 3-2-8
Onderhoud - zoals vereist
Koelpakket controleren en schoonmaken ................... 3-3-1
Controleer koelvloeistof ................................................ ... 3-3-2
Controleer de cabine frisse lucht en recirculatie
Luchtfilters - indien uitgerust ................................. 3-3-3
Controleer de brandstoftankontluchting ................................. 3-3-4
Vervang primaire motor luchtfilter ..................... 3-3-5
Vervang secundaire motor luchtfilter ................. 3-3-6
Controleer en laat het primaire brandstoffilter afvoeren
en waterafscheider ..................................... 3-3-7
Check Accessoire Drive Riem .............................. 3-3-7
Service Uitlaatfilter ........................................ 3-3-8
Onderhoud - elke 10 uur of dagelijks
Controleer motoroliepeil ..................................... 3-4-1
Controleer hydraulisch oliepeil ................................. 3-4-2
Controleer het koelmiddelniveau ......................................... 3-4-3
Smeer giekkoppeling, cilinder
Pivotpunten en Quik-Tatch ™ -oppeling ........ 3-4-4
Onderhoud-initiële service - 50 uur
Verander hydrostatische planetaire versnelling
Case Olie ................................................ ........ 3-5-1
Onderhoud - elke 50 uur
Smeer giekkoppeling, cilinder
Pivotpunten en Quik-Tatch ™ -oppeling ........ 3-6-1
Controleer en schone losladingsklep ............. 3-6-2
Check Track Tension ......................................... 3-6-3
Onderhoud - elke 250 uur
Neem motorolie monster .................................... 3-7-1
Onderhoud - elke 500 uur
Verander motorolie en vervang oliefilter ......... 3-8-1
Vervang het primaire brandstoffilter en water
Separator ................................................. ..... 3-8-2
Vervang het definitieve brandstoffilter .................................... 3-8-3
Vervang hydraulische olie reservoir adempauze ......... 3-8-3
Vervang hydraulische oliefilter ............................... 3-8-4
Neem vloeistofmonsters ........................................... 3-8- 4
Onderhoud - elke 1000 uur
Controleer koelvloeistof ................................................ ... 3-9-1
Vervang brandstoftankontstekers .............................. 3-9-1
Wijzig hydraulische olie ......................................... 3-9-2
Verander hydrostatische planetaire versnelling
Case Olie ................................................ ........ 3-9-3
Onderhoud - elke 1500 uur
Controleer en pas de motorkleplash .............. 3-10-1
Onderhoud - elke 6000 uur
Afvoerkoelsysteem ...................................... 3-11-1
GOED COOLING SYSTEEM ...................................... 3-11-2
Vul het koelsysteem .......................................... 3-11-3
Diverse machine
Bloeding brandstofsysteem ............................................ 4-1 -1
Do not Service Control-kleppen,
Cilinders, pompen of motoren ......................... 4-1-1
Voorzorgsmaatregelen voor dynamo en regelaar .......... 4-1-1
Hanteren van batterijen veilig .................................. 4-1-2
Batterijlader gebruiken ....................................... 4-1-2
Booster Batteries-12-Volt-systeem gebruiken ......... 4-1-3
Batterij verwijderen .............................................. 4- 1-4
Batterij vervangen .............................................. 4- 1-4
Lassen op machine .......................................... 4-1-5
Houd de elektronische besturingseenheid
Connectoren Schoon ......................................... 4-1-5
Verwijder en installeer halogeenlampen ................... 4-1-6
Achteraanwicht toevoegen ............................. 4-1-7
Vervangen van accessoire aandrijfriem ........................ 4-1-8
Vervanging van de zekeringen ................................................ 4-1-9
Vervangen van gloedplugzekering .............................. 4-1-10
Hardware koppelspecificaties ...................... 4-1-10
Unified inch bout en schroefkoppelwaarden ..... 4-1-11
Metrische bout- en schroefkoppelwaarden .............. 4-1-12
Diversen-operationele kassa
Operationele kassa ........................................ 4-2-1
Diversen-Problemen oplossen
Procedure voor probleemoplossing ............................... 4-3-1
Motor ................................................. .............. 4-3-2
Elektrisch systeem ............................................... 4 -3-3
Hydraulisch systeem ............................................... 4 -3-4
Diverse-machine-opslag
Maak machine voor opslag ............................ 4-4-1
Maandelijkse opslagprocedure ............................... 4-4-2
Diverse-machinummers
Record productidentificatienummer (PIN) ..... 4-5-1
Record Motor Serienummer ........................... 4-5-1
Houd Bewijs van eigendom .................................. 4-5-1
Houd machines veilig ..................................... 4-5-1
Diverse-specificaties
329E-machineafmetingen ................................ 4-6-1
329E-machinespecificaties ............................ 4-6-2
333E Machine Afmetingen ................................ 4-6-3
333E-machinespecificaties ............................ 4-6-4
329E-afvoer en navulling capaciteiten ....................... 4-6-4
333E-afvoer en navulling capaciteiten ....................... 4-6-5
Beheerd bedrijfscapaciteit ................................. 4-6-5
Pallet Fork Lift Chart .......................................... 4-6- 5