1. Introductie ...................................... 3
1.1. Noodzakelijke extra documentatie ........................... 3
1.2. Identificatie................................................. ............... 4
1.2.1. Model en serienummer ........................................ 4
1.3. Uitlijning Referentie ................................................ ... 5
1.4. Joystick-positie instellen .............................................. 5
1.5. Identificatie van de subframe ............................................... 6
1.6. Subframe-identificatie DM / DL / DLM / DXL .............. 7
2. Beschrijving en definities ......... 8
2.1. Beschrijving................................................. .................. 8
2.2. Definities ................................................. .................. 9
2.2.1. Derde / vierde hydraulische functie .............................. 9
2.2.2. Live3 (actieve derde hydraulische functie) ................... 9
2.2.3. Implementeer vergrendeling ................................................ ....... 9
2.2.3.1. Mechanical Implement Lock Type Click-on ...... 10
2.2.3.2. Hydraulische implementatie vergrendeling .......................... 10
2.2.4. Hydro Quick / Multi-Coupler MC4 ....................... 10
2.2.5. Enkele koppelingen ................................................ ..... 11
2.2.6. Multicoupler 2 (MC2) ........................................... 11
2.2.7. LOCK & GO ............................................... ............. 11
2.2.8. Positie indicator................................................ ..12
2.2.9. Compacte klepeenheid (CVU) ................................. 12
2.2.10. Hydraulische implementatie-verbinding, multicoupler ......... 13
2.2.11. Slangkit ................................................ ............... 13
2.2.12. Soft Ride, Load Damping System ...................... 13
2.2.12.1. ELEKTRISCHE UITDRUKKEN, BOOM SHEEREN ................ 13
2.2.13. Materiële emmers ................................................ . 14
2.2.14. Zware materialen emmers ............................ 14
2.2.15. Bouw tand emmers ............................... 14
2.2.16. Licht materiaal / sneeuw emmers ............................ 14
2.2.17. Vorkheftrucks ................................................ ............ 15
2.2.18. Loggreep bijlage voor vorkheftrucks .................. 15
2.2.19. Bale-spike ................................................ ........... 16
2.2.20. Grote baalvork / met backstop ........................... 16
2.2.21. Grapple met optionele backscreen ...................... 17
2.2.22. FLEXIGRIP 160, 200 .............................................. 17
2.2.23. Quadrogrip 200 ................................................ ... 18
2.2.24. Las op haakset .............................................. 18
2.2.25. Systemen DM, DL en DXL ................................ 19
2.2.26. Mechanische zelfnivellader, MSL ............. 19
2.2.27. Niet-zelfnivellerende lader, NSL ......................... 19
2.2.28. Tool Carrier ................................................ ......... 20
2.2.29. Implementeren................................................. .......... 20
2.2.30. Implementeer haken ................................................ 20
2.2.30.1. Identificatie, Skidsteer implementeren ............... 20
2.2.30.2. Identificatie, Euro-implementatie ...................... 21
3. Veiligheidsinstructies ...................... 22
3.1. Algemene informatie................................................ .. 22
3.1.1. Bewakers ................................................. .................. 22
3.1.2. Waarschuwing, verbod en informatie-stickers ....... 22
3.2. Uitleg van waarschuwingsniveaus ................................... 22
3.2.1. Symbool Explanation .............................................. 23
3.2.2. Verantwoordelijkheid................................................. ...... 24
3.3. De loader installeren ............................................... ... 24
3.4. Joystick Operatie ................................................ ...... 26
3.5. Beschermingsapparatuur ................................................ .26
3.5.1. Dienst................................................. ................. 26
3.5.2. Lassen ................................................. ................ 26
3.5.3. Veiligheidsgordel................................................ ............. 27
3.5.4. ROPS, Rollover Protection-structuur .................... 27
3.6. Operatie................................................. .................. 27
3.6.1. Voor het werk................................................ .......... 27
3.6.2. Operator / Driver Locatie ........................................ 28
3.6.3. Connecting Implement .......................................... 28
3.6.3.1. Handmatige implementeren slot ................................... 28
3.6.3.2. Hydraulisch implementeren slot ................................ 29
3.6.4. Werkplek ................................................. ............ 29
3.6.5. Stabiliteit................................................. ................ 31
3.6.5.1. Laadstabiliteit ................................................ ... 31
3.6.6. Tractorstabiliteit ................................................ ..... 31
3.7. Risicofactoren................................................ ................ 32
3.7.1. Tijdens transport en werk ................................... 32
3.7.2. Tijdens de service ................................................ ....... 34
3.7.3. Na het werk................................................ ............. 35
3.8. Vervangingsonderdelen................................................ ..... 36
3.9. Locatie van waarschuwing, verbod en informatie-stickers (EU) ..... 37
3.10. Locatie van waarschuwing, verbod en informatie-stickers (NAFTA) ..... 38
3.11. Locatie van veiligheidstekens over werktuigen .................. 39
4. Installatie - subframe .............. 41
4.1. Installatie voorbereiding - subframe ........................... 41
4.2. Installatie - Subframe op tractor ............................ 42
4.3. Installatiecontroles - Installatie van de subframe .............. 42
5. Installatie - Voorladers .................................. 43
5.1. Installatievoorbereiding, Voorladers ..................... 43
5.1.1. LOCK & GO ............................................... ............. 43
5.1.2. Positie indicator................................................ ..43
5.1.2.1. Positie-indicator instelling ................................. 43
5.2. Aansluiting - Voorlader met subframe ................. 44
5.2.1. De lader aansluiten met behulp van hefapparatuur ........... 44
5.2.2. Koppel een geparkeerde lader ..................................... 47
5.3. Controle van voorlader Installatie ............................. 49
5.4. Ontkoppeling-voorlader met subframe ............... 51
5.4.1. De lader onthullen met behulp van hefapparatuur ....... 51
5.4.2. De loader loskoppelen ...................................... 53
6. Installatie - besturingssysteem ....................... 55
6.1. Slangkit ................................................ ..................... 55
6.2. Compacte klepeenheid, CVU ........................................ 55
6.2.1. CVU uitgerust met: Basic NSL (geen extra functies) ......... 55
6.2.2. CVU uitgerust met: zachte rit + schokkleppen (tilt) ............ 56
6.2.3. CVU uitgerust met: derde hydraulische functie .................. 56
6.2.4. CVU uitgerust met: derde functie + zachte rit ............. 56
6.2.5. CVU uitgerust met: derde functie + hydraulische implementeren vergrendeling .... 57
6.2.6. CVU uitgerust met: Derde functie + Soft Ride + Hydraulisch Implement Lock..57
6.2.7. CVU uitgerust met: derde en vierde hydraulische functies ............. 58
6.2.8. CVU uitgerust met: Live3 ................................. 58
6.2.9. CVU uitgerust met: Live3 + Soft Ride + Shock-kleppen (tilt) ............. 59
6.2.10. CVU uitgerust met: live3 + hydraulisch implementeren slot ............... 59
6.2.11. CVU uitgerust met: Live3 + Soft Ride + Hydraulisch Implement Lock ......... 60
7. Service - Algemeen ........................... 61
7.0.12. De eigen joystick van de tractor ................................. 61
8. Service - subframe ....................... 62
9. Service - Voorladers ............. 63
9.1. Smering ................................................. ................ 63
9.2. Tool Carrier ................................................ ............... 63
9.3. Laders ................................................. ..................... 64
9.3.1. Pinnen en bussen ............................................... .. 64
9.3.1.1. Bus ................................................. ........... 64
9.3.2. Tool Carrier, vervanging van pinnen en bussen ............. 64
9.3.3. Vervangen van de pinnen en bussen, driehoekige link ....... 66
9.3.4. Vervanging van pinnen en bussen, lift cilinder en lagerbox ................. 66
9.4. Draagbox ................................................ ............... 68
10. Service - Loader Hydraulica .............. 69
10.1. Hydraulisch systeem ................................................ ..... 69
10.2. Slangen en connectoren .............................................. 69
10.2.1. Slangen of connectoren vervangen ........................... 70
10.3. Hoofdslangkit ............................................... ............ 70
10.4. Boomsuspensie ................................................ ..... 72
10.4.1. Accumulatoren vervangen ...................................... 72
10.5. Compact klepeenheid (CVU) met bijbehorende functiemodules ................. 75
10.5.1. Module CB01 verbindingsblok "BASIC" ............ 76
10.5.2. Module CB03 Connecting Block "Soft Ride" .................. 77
10.5.3. Module CB04 verbindingsblok "TILT" ............... 77
10.5.4. Module SV01 Keuzeklep Derde Hydraulische Functie ......... 78
10.5.5. Module SV02 Keuzeklep Vierde hydraulische functie ........ 79
10.5.6. Module IL01 Hydraulische slotklep ................... 80
11. Service - Cilinders ...................... 81
11.1. Kantelcilinder - mechanische zelfnivellerende lader, (MSL) ............ 81
11.1.1. Tilt Cilinder Demontage .................................... 81
11.1.2. Verwijderen van de zuiger ........................................... 84
11.1.3. Verwijder de zuigerafdichtingen ..................................... 84
11.1.4. Verwijder de bovenste moerafdichtingen .................................... 85
11.1.5. Verwijder de bodemgeleidingsafdichtingen .......................... 85
11.1.6. Nieuwe afdichtcomponenten op de zuiger installeren .................... 85
11.1.7. Nieuwe afdichtcomponenten op de bovenste moer installeren ................... 85
11.1.8. Nieuwe afdichtingscomponenten installeren op de onderste gids ....... 86
12. Problemen oplossen ....................... 104
12.1. Problemen oplossen - Laders ............................. 104
12.1.1. CVU ................................................. ................. 107
13. Aanhaalmomenten ................... 109
13.1. Aanhaalmomenten ................................................ .109
13.1.1. Tafel - Aanhaalmoment ................................. 109
14. Opslag .......................................... 110
15. Specificaties .............................. 111
15.1. Mechanische zelfnivellering, MSL ............................ 112
15.2. Niet zelfnivellerend, NSL ........................................ 115
16. Bedradingsdiagram ............................ 117
16.1. Bedradendiagram - Loader ...................................... 117
16.2. Bedradingsdiagram -Loader met live3 ..................... 118
16.3. Bedradendiagram - Loader met alle hydraulische functies .... 119
